Vier maanden in de raad hebben me geleerd dat lokale politiek een buitengewoon afwisselende aangelegenheid is. Zeker als je een kleine fractie bent. Op het ene moment vecht je voor een meerderheid voor een cultuurhuis in het centrum. Dan kom je in het geweer voor het behoud van de natuur in het buitengebied. Vervolgens maak je je sterk voor betaalbare woningen in een nieuwbouwproject. En dan pleit je er weer voor om bijstandsgerechtigden fair te bejegenen. Om iets extra’s te doen voor BOA’s in coronatijd. Om te voorkomen dat bomen zomaar worden gekapt. Zo maar wat voorbeelden.

Het is fijn om te kunnen zeggen dat de fractie een team is. Mede-raadslid Suus en steunfractielid Jan draaien volop mee, ieder op hun eigen dossiers. De fractie weet zich daarbij meer en meer gesteund door een aantal actieve leden. We kunnen rekenen op gevraagd en ongevraagd advies van GroenLinksers met specifieke kennis. Anne zorgt ervoor dat jullie – de leden van onze beweging – en de rest van de wereld horen en zien wat wij doen. En ons bestuur – waarvan ik ook twee jaar lang met veel plezier deel mocht uitmaken – en de onlangs ingestelde commissies werken er hard aan om over ruim een jaar met een onderscheidend programma en aansprekende kandidaten op een inspirerende wijze naar de kiezer te kunnen. En dat alles binnen de beperkingen van de coronapandemie. Dat is iets om trots op te zijn.

Ja, die gemeenteraadsverkiezingen. Die werpen hun schaduw nu al vooruit. En terecht, want ze zijn belangrijker dan vaak wordt gedacht.

In de afgelopen tien jaar hebben de gemeenten steeds meer taken op hun bordje gekregen. Vooral in het sociale domein. Eerst de taak om bijstandsgerechtigden snel weer aan werk te helpen (Participatiewet). Daarna de taak om zorg te dragen voor de ondersteuning van ouderen en mensen met een beperking (Wet maatschappelijke ondersteuning) en jongeren die in de knel zitten (Jeugdwet). Maar ook op het gebied van ruimtelijke ordening krijgen de gemeenten meer te zeggen als begin 2022 de Omgevingswet van kracht wordt.

Op het eerste gezicht klinkt die grootschalige verschuiving van taken van Rijk naar gemeente – decentralisatie – in combinatie met het afschaffen of vereenvoudigen van regels – deregulering – niet gek. Pleiten ook wij er immers niet voor om meer zeggenschap aan inwoners te geven? En lukt dat niet het beste als beslissingen dan dicht bij die inwoners worden genomen?

Helaas zit er een addertje onder het gras. Om al die taken te kunnen uitvoeren, krijgen de gemeenten geld van het Rijk. Maar de hoeveelheid geld houdt geen gelijke tred met de hoeveelheid taken; het is ook een verkapte bezuinigingsoperatie gebleken. Daar komt bij dat de uitkeringen uit het Gemeentefonds door de jaren heen nogal schommelen. En op dit moment ziet het er helaas naar uit dat de gemeente Baarn het de komende jaren met minder moet doen. Het wordt misschien wel puzzelen hoe we als gemeente kunnen blijven doen wat we nodig vinden.

Daar komt nog eens bij dat decentralisatie en deregulering niet per definitie leiden tot meer waar voor je geld. Achtereenvolgende rechtse regeringen hebben dit alles bewust gekoppeld aan marktwerking. En langzamerhand wordt steeds duidelijker wat wij op links al vermoedden: dat de markt niet het antwoord is voor situaties waarin ‘consumenten’ geen vrije keuze hebben. Zeker niet als het gaat om voorzieningen voor kwetsbare inwoners.

In de praktijk blijkt steeds opnieuw dat voorzieningen steeds duurder worden, terwijl de kwaliteit achterblijft.

En dan is het een kleine stap naar de verkiezingen die voorafgaan aan die belangrijke gemeenteraadsverkiezingen van 16 maart 2022. Over drie weken kiezen we een nieuwe Tweede Kamer. En het hangt van de verhoudingen in de Tweede Kamer af of we de komende jaren meer of juist minder markt in het sociale domein krijgen.

“Meer Lilian & Lilianne & Sigrid & Jesse”, staat op één van onze verkiezingsposters. Jesse legt uit dat niet zozeer een groot GroenLinks als wel een sterk progressief blok werkelijk een vuist kan maken tegen rechts. Daar zit wel wat in. Ook ik hoop van harte dat linkse en progressieve kiezers massaal naar de stembus gaan. Maar nog meer hoop ik dat GroenLinks binnen dat progressieve blok als grootste uit de bus komt.

Onze beweging kiest consequent op alle vlakken voor een duurzame toekomst: een toekomst waarin we beslissingen nemen die uitstijgen boven de waan van de dag. Beslissingen die onze kwetsbare aarde beschermen. Beslissingen die mensen die het minder getroffen hebben in het leven ruimte geven. Beslissingen die mensen die anders zijn volledig tot hun recht laten komen. En dat is meer dan ooit nodig.

Ga dus hoe dan ook stemmen over drie weken. En spoor iedereen in je omgeving die voor een duurzame toekomst staat om dat ook te doen. Liefst op een progressieve partij. En bij voorkeur op GroenLinks!