Dit interview vindt plaats bij jou thuis in Eemnes. Ben je hier geboren?
Ik kom uit Noord-Holland. In maart 1948 geboren in Den Oever, een dorp dat niet het eind van de wereld is, maar waar je het wel kunt zien, zoals ooit iemand tegen me zei. Tegen de tijd dat ik naar de middelbare school zou gaan wilde ik per se weg uit dat dorp omdat ik het verstikkend vond. Ik heb het gymnasium gevolgd in Alkmaar. Dat was wel een soort cultuurshock, maar ik heb heel hard gewerkt om dat te halen.
Daarna ben ik aan de VU in Amsterdam gaan studeren: eerst Frans, daarna Algemene Taalwetenschap. Omdat ik ook erg geïnteresseerd was in theologie heb ik een aantal theologische vakken als bijvakken gevolgd. Zo kreeg ik de aantekening ‘Bijbelvertaler’.
Wat voor werk ben je gaan doen?
Toen ik Algemene Taalwetenschap studeerde, begin jaren ’70, kreeg ik een studentassistentschap. Dat was bij de afdeling Nederlands voor buitenlanders zoals dat destijds genoemd werd. In die periode kwamen er steeds meer buitenlandse studenten aan Nederlandse universiteiten studeren. Daar moesten taalcursussen voor ontwikkeld worden. Mijn eerste taak was het corrigeren van de drukproeven voor een cursus Nederlands voor anderstaligen.
Om aansluiting te vinden bij het sociale leven in Amsterdam, ben ik lid geworden van een studentenvereniging. Daar heb ik Jan leren kennen, de man waarmee ik later getrouwd ben. Jan studeerde medicijnen aan de VU. Voor zijn werk gingen we naar Zambia en daar zijn wij 3 jaar gebleven. Onze 2 oudste kinderen zijn daar geboren.
Toen wij in 1982 terugkwamen zat Nederland in een economische crisis. Gelukkig werd ik gebeld door een ex-collega van de VU die een baan voor me had. Jan ging de huisartsenopleiding volgen en zijn stage bracht ons naar Eemnes.
Na 15 jaar werk bij de VU ben ik overgestapt naar een functie bij de UvA. Dat was een superbaan. Ik moest daar samen met iemand een steunpunt opzetten voor docenten Nederlands aan universiteiten all over the world. Heel vaak in het buitenland geweest ook, met name in Indonesië. Dat werk heb ik gedaan tot mijn 62ste. De laatste jaren tot aan mijn pensioen heb ik nog gewerkt in een andere functie bij de UvA.
Heb jij je interesse voor politiek van huis uit meegekregen?
Thuis is daar zeker een basis voor gelegd. Mijn vader was lid van de ARP (Anti-Revolutionaire Partij) en maatschappelijk actief in de kerk en het schoolbestuur. Thuis werd dagblad Trouw gelezen en er werd over politiek gesproken. Van mijn grootvader is bekend dat hij regelmatig naar de Tweede Kamer ging om vanaf de publieke tribune vergaderingen bij te wonen.
In onze opvoeding, ik had een zus en een broer, werd het belangrijk gevonden om iets voor anderen te doen en om rekening te houden met anderen.
Toen ik in 1967 in Amsterdam ging studeren, hebben mijn politieke bewustzijn en maatschappelijke betrokkenheid een flinke boost gekregen. Ik woonde daar in een huis met anderen meiden, waaronder een aantal die uitgesproken links waren. Ik maakte de roerige jaren van demonstraties dus van dichtbij mee. Mede vanuit mijn christelijke overtuiging had ik al snel het idee dat wanneer ik me politiek zou engageren dat aan de linkerkant zou zijn.
Ik heb toen ook deelgenomen aan demonstraties en bezettingen, maar de meeste activiteiten vonden plaats bij Amnesty International. Bij verkiezingen stemde ik PPR, een van de 4 partijen die in 1990 fuseerden in GroenLinks. Ik ben lang lid geweest van de PvdA, ook omdat hier in Eemnes geen afdeling van GroenLinks was.
Hoe ben je in het bestuur gekomen van GroenLinks Baarn-Eemnes?
Ongeveer 12 jaar geleden merkte ik meer en meer dat GroenLinks toch beter bij me past dat PvdA. Bij landelijke verkiezingen stemde ik al GroenLinks en toen ben ik ook lid geworden. Mijn betrokkenheid bij de afdeling kreeg meer vorm na een bericht in 2020 van het toenmalige bestuur van de afdeling. Zij nodigden leden van GroenLinks in Eemnes uit om te onderzoeken of het met de raadsverkiezingen 2022 in zicht mogelijk was om samen met de PvdA een lijst te vormen. Dat is toen nog niet gelukt.
De contacten met het bestuur hebben er toen wel toe geleid dat ik juni 2021 aan de slag ben gegaan als penningmeester in het bestuur van de afdeling Baarn-Eemnes. Na de raadsverkiezingen in maart 2022 verlieten 3 bestuursleden het bestuur en zijn Job, Piet en Veronica medebestuursleden geworden. Ook met hen heb ik heel goed samengewerkt en een fijne tijd gehad. Binnenkort loopt de termijn af dat ik bestuurslid mag zijn.
Waar kijk je als bestuurslid tevreden op terug?
Dat GroenLinks in Eemnes meer zichtbaar wordt. Geen gemakkelijk parcours, wel uitdagend. Lange tijd hadden we 6 of 7 leden, vandaag zijn er dat 19. Met het oog op de volgende gemeenteraadsverkiezingen (maart 2026) zijn we opnieuw in gesprek met de PvdA. Er wordt aan gewerkt om met een gezamenlijke lijst de verkiezingen van 2026 in te gaan. Na het beëindigen van mijn bestuurswerk, ga ik meer tijd en energie besteden aan het werk voor GroenLinks in Eemnes.
Ik heb de samenwerking in het bestuur heel inspirerend gevonden en leerzaam. Ik ben projectmatig werken gewend; doelgericht en snel. In de politiek moet dat vaak anders. Om de leden mee te krijgen werk je daar meer procesgedreven; volgens regels en procedures. Dat gaat nou eenmaal langzamer en daar moest ik wel even aan wennen.
Bestuurslid zijn van GroenLinks heb ik ervaren als een zinvolle invulling van mijn leven, naast andere activiteiten. Dat vind ik belangrijk en daar zal ik naar blijven zoeken. Na juni door me in te blijven zetten voor de verdere ontwikkeling van GroenLinks in Eemnes. Op naar succes bij de volgende gemeenteraadsverkiezingen!